De norm is van toepassing op alle soorten water uit het ketelbedrijf met een chloridegehalte van ten minste 0,3 mg/l.
Bromide en jodide worden meebepaald.
Nitraat, sulfaat, fosfaat, magnesium, calcium en aluminium storen niet, indien aanwezig in gehalten lager dan 1000 mg/l.
Zink, lood, ijzer(ll), nikkel en chroom(lll) hebben invloed op de kleuromslag; gehalten lager dan 100 mg/l storen niet.
Indien chromaat, ijzer(lll) en sulfiet in gehalten hoger dan 10 mg/l en koper(ll) in een gehalte hoger dan 50 mg/l aanwezig zijn, is de methode niet toepasbaar.