De voornorm is van toepassing op het onderzoek van vlees en vleesprodukten ten behoeve van radioactiviteitsmetingen. Onder vlees wordt verstaan: rood en wit vlees, ook wild valt hieronder. Ook vleesprodukten, vleeswaren en afzonderlijke organen (bijvoorbeeld schildklier, lever en nier) kunnen volgens deze voornorm worden bemonsterd.
De monsters kunnen, na een eventuele monstervoorbereiding volgens NVN 5642, worden gebruikt voor diverse radioactiviteitsmetingen. De beschreven methode is geschikt voor ongevalsituaties, maar kan ook voor achtergrondsbewaking worden toegepast.
Opmerking
Bij een ongeval is besmetting van vlees hoofdzakelijk het resultaat van voedselinname, maar ook besmet drinkwater of inhalatie kan een belangrijke weg zijn.
De belangrijkste vleessoorten zijn rund-, kalfs- en varkensvlees. Bij vlees kunnen vooral de gehalten aan134Csen13rCs van belang zijn, terwijl botzoe-kers als 90Sr slechts in geringe mate in het vlees worden opgenomen.
Voorts kunnen nucliden in bepaalde organen worden geaccumuleerd, bijvoorbeeld 131l in de schildklier.