De norm is van toepassing op berijpende luchtkoelers met een droog koelvermogen groter dan 1 kW bij de standaardcondities waarvoor de koeler ter beproeving wordt aangeboden, die werken met een (verdampend) koudemiddel of met een (niet verdampende) koudedra-ger, en waarin een of meer ventilatoren een eenzijdig uitgeblazen, horizontale luchtstroom door het koelerblok onderhouden.
De norm is alleen van toepassing op luchtkoelers die voor één van de volgende ontdooimethoden zijn ingericht:
a. elektrisch ontdooien;
b. ontdooien met warme vloeistof;
c. ontdooien met persgas;
d. ontdooien met langsstromende lucht.
De norm is niet van toepassing op koelerblokken bestemd voor inbouw in luchtkanalen en andere apparatuur en op koelers die tijdens het ontdooien worden afgesloten.