Deze norm is bedoeld te worden toegepast op gevelsteigers die zijn opgebouwd met geprefabriceerde bouwelementen, die verankerd en niet bekleed zijn.
Bij naleving van de in de norm vermelde eisen mogen de steigers volgens deze norm worden gemonteerd tot een hoogte van 30 m (gemeten vanaf het maaiveld).
Deze norm:
- geeft richtlijnen voor de keuze van de hoofdafmetingen van geprefabriceerde systeemsteigers;
- classificeert de systeemsteigers in groepen afhankelijk van de belasting die er op wordt uitgeoefend;
- definieert de eigenschappen van de te gebruiken materialen;
- geeft veiligheidseisen en afmetingen;
- beschrijft een basisuitvoering van een steigerconstructie.
De norm geeft geen eisen voor beklede steigers, noch de eisen voor de ladderonderdelen of andere toegangen tussen de werkplatformen.