Deze norm legt vast op welke wijze een lasmethode-beschrijving door middel van lasmethodebeproevingen wordt goedgekeurd.
Hij omschrijft de voorwaarden voor de uitvoering van de lasmethodebeproevingen en de geldigheidsgebieden van een goedgekeurde lasmethode voor alle praktische lashandelingen binnen de gebieden van de variabelen volgens hoofdstuk 8.
Beproevingen moeten in overeenstemming met deze norm worden uitgevoerd tenzij er strengere proeven worden beschreven en van toepassing zijn volgens de desbetreffende toepassingsnorm of contract.
Deze norm geldt voor het booglassen van staalsoorten. De principes van deze norm mogen ook bij andere smelt-lasprocessen worden toegepast indien dit tussen de contracterende partijen wordt overeengekomen.