De norm is van toepassing op in water oplosbare, moeilijk in water oplosbare en op relatief vluchtige stoffen.
De biologische afbraak wordt gevolgd door zuurstofopneming en in het geval van oplosbare stoffen tevens door een analyse van de opgeloste organische koolstof (DOC).
Op basis van de molecuul-formule van de toetsstof wordt het theoretisch zuurstofverbruik (TZV) en het gehalte aan organische koolstof (T0C) berekend. Indien de formule niet bekend is, kan het chemische zuurstofverbruik (CZV) of het vastgestelde gehalte aan organische koolstof dienen als referentiewaarde (zie bijlagen D en E).
Gegevens inzake de relatieve verhoudingen van de hoofdbestanddelen van de toetsstof zijn van nut bij het interpreteren van de verkregen uitkomsten, in het bijzonder in die gevallen waarin de waarden laag of marginaal zijn.
Gegevens omtrent de giftigheid van de toetsstof voor micro?rganismen zijn wenselijk voor de interpretatie van lage afbraakwaarden en bij de selectie van geschikte toetsconcentraties.