Deze norm bevat de eisen voor pipetten met schaal (maatpipetten), bestemd voor algemeen laboratorium-werk. Er worden twee uitvoeringsvormen beschreven. Pipetten type I (zie figuren 1a en 1b) zijn bestemd voor uitloop van de nulstreep tot aan een willekeurige verdeelstreep. Pipetten type II (zie figuren 2a en 2b) zijn bestemd voor uitloop van een willekeurige verdeelstreep tot in de punt.