Deze norm beschrijft twee methoden voor de monsterneming uit een partij papier of karton. Methode A, de ISO-methode, is bruikbaar voor het verkrijgen van een representatief monster voor onderzoekingsdoeleinden waarbij maximale afwijking en risico buiten beschouwing worden gelaten. Methode B is bruikbaar voor het verkrijgen van een representatief monster voor onderzoekingsdoeleinden waarbij de waarde van een grootheid met een vooraf vastgestelde nauwkeurigheid moet worden bepaald. Bij methode B wordt verondersteld dat de partij een normale verdeling heeft.
In eerste instantie zal het voldoende zijn te werken volgens methode A. In die gevallen echter waarin bijzondere eisen worden gesteld aan de nauwkeurigheid, is methode B van toepassing.