Deze norm is van toepassing op leidingen met aderisolatie en mantel, indien aanwezig, op basis van polyvinylchloride (PVC), met een nominale spanning t.m. 450/750 V, bestemd voor gebruik in sterkstroominstallaties met een nominale wisselspanning t.m. 450/750 V.
Opmerking
Voor sommige typen buigzame leidingen wordt de benaming "snoer" gebruikt.
Sectie 1 geeft de algemene bepalingen die voor deze leidingen van toepassing zijn.
De bèproevingsmethoden zijn opgenomen in sectie 2 van deze norm, in NEN 10 540 en in
NEN 10 332-1.
De leidingtypen waarvoor de norm geldt, zijn opgenomen in de secties 3, 4 en 5.
De type-aanduiding van deze leidingen moet in overeenstemming zijn met 1.3.6.
De norm geldt tevens voor die leidingtypen waarvan de bijzondere bepalingen in andere normen
zijn opgenomen en waarin naar NEN 3621 wordt verwezen ')?