Deze norm is van toepassing op alle soorten water (zowel gefiltreerd als ongefiltreerd) met een kaliumpermanganaatverbruik van ten minste 1,5 mg/l.
Het in bewerking te nemen volume water (zie 7), mag niet meer dan 100 mg chloride (Cl") bevatten (zie ook bijlage A). Storing door ijzer(ll), sulfide, sulfiet en nitriet wordt voorkomen door oxideren en koken met zwavelzuur.
Opmerking
Als het chloridegehalte te hoog is, kan de in de bijlage B beschreven werkwijze worden gevolgd.
Deze alkalische methode wordt niet door chloride gestoord maar geeft resultaten die niet vergelijkbaar zijn met die
van de eigenlijke norm